Online Exhibition / introspection /
research
DAE Critical Inquiry Lab

Naar aanleiding van de publicatie van het artikel 'Regenerative Fashion: There can be no Other' en de paneldiscussie op 28 oktober nodigden we de Masterstudenten van het Critical Inquiry Lab van de Design Academy Eindhoven uit om te reflecteren en te reageren, in een online gesprek met het hoofd programma van State of Fashion. Na dit gesprek kozen zes studenten een object, project of initiatief dat hun kijk op het dekoloniseren van mode illustreert. Deze bijdragen brengen we hier online samen in een mini-expositie.

Wat vertellen de boodschappen van de mode-industrie ons over de staat van dekolonisatie? Emma Sfez en Ferdinand Brettilot zoomen beiden in op culturele toe-eigening en representatie. Moeten we optimistisch en hoopvol zijn, of worden we (nog) voor de gek gehouden door de industrie? Ook Maxime Benvenuto bevraagt de ware bedoeling van dekoloniaal werk in de westerse mode-industrie. Zijn onze bedoelingen oprecht, of volgen we gewoon ‘weer een trend’?

Ook transparantie en gelijkheid in de mode-industrie zijn onderwerpen die aan de orde komen. Jonė Miškinytė laat zien hoe het creëren van meer zichtbaarheid voor het maakproces bewustwording kan genereren. Camille Guirbaud en Maxime Benvenuto leggen de nadruk op de arbeiders en de ambachtslieden, en tonen hoe je ook voor actieve verandering in de industrie kan zorgen door met culturele projecten buiten de culturele ruimte te treden.

Oshin Siao Bhatt presenteert een project dat niet alleen een platform biedt aan het maakproces en de makers ervan, maar dat ook de inheemse levensstijl en strategieën als leidend voorbeeld neemt voor hoe het industriële modesysteem zou kunnen veranderen. Met dit project neemt ze een voorschot onze volgende interventie, met als thema 'Origins'. Betekent het volgen van oude strategieën dat we tegen de vooruitgang ingaan, of kunnen we vooruitgang juist in de hand werken door voort te gaan op bestaande kennis?

Selectie van werken:

Emma Sfez

Ferdinand Brettilot

Maxime Benvenuto

Jonė Miškinytė

Camille Guirbaud

Oshin Siao Bhatt

Speciale dank aan:

Saskia van Stein

Gijs de Boer

het perfecte beeld tegen elke prijs

In Vietnam is aan een groot deel van de motorrijders op straat de Street Ninja-stijl toegedicht. Om blootstelling aan UV-straling en zonne-energie te voorkomen, bedekken de bestuurders hun huid met allerlei soorten kleding.

In juni 2019 deconstrueerde Tra My Nguyen, een Vietnamese student aan de Berlin University of the Arts, deze stijl voor haar masterproject. Enkele maanden later plaatste Balenciaga, die haar werk had gezien en om afbeeldingen had gevraagd, een post op Instagram waarin haar idee duidelijk werd gekopieerd. Het enige opvallende verschil is het gebruik van kleding van het merk.

Dit voorbeeld illustreert naar mijn mening duidelijk dat mode gekoloniseerd is. Balenciaga gebruikt een beeld dat visueel aantrekkelijk is om hun merk te promoten. Ze schijnen zich niet af te vragen wat de betekenis achter dit beeld is en, belangrijker, ze exploiteren andermans werk. Tra My Nguyen is nooit bij het project betrokken geweest. Als we het hebben over het dekoloniseren van mode, hebben we het over rekening houden met de geschiedenis achter textiel, de oorsprong, het symbolische en de strijd tegen uitbuiting in al zijn vormen. Dit is een perfect voorbeeld van hoe het niet zou moeten.

Over Fernand Bretillot

Fernand Bretillot heeft een praktijk in tentoonstellingsontwerp. Momenteel maakt hij deel uit van het Critical Inquiry Lab van Design Academy Eindhoven, waar hij zijn werk verrijkt met curatorieel onderzoek.

Afbeeldingen: Street Ninja-stijl, foto door Quynh Tran

tegen een kolonisatie van dekolonisatie

In 2014 publiceerde Lidewij Edelkoort haar “Anti-Fashion Manifesto”. Er volgde een golf van presentaties en lezingen waarin ze terecht zou ingaan op de vele veranderingen die de textiel- en kledingindustrie moet ondergaan om weer relevant te worden. Haar manifest behandelt vele punten die laten zien hoe de mode-industrie de meest verouderde tak van het designveld is geworden, van arbeidsomstandigheden tot systeemdenken. Toch herinner ik me specifiek Edelkoort die op het podium van VOICES (Business of Fashion) vermeldde dat mode, net als veel andere sectoren, zou moeten werken (naast andere processen) op een 'hacking'-manier, opnieuw toe-eigenen, transformeren, enz. Een oproep voor een cultuurverandering, tot gezamenlijk delen, democratisering, het vrijmaken van middelen. En toch is het manifest waarin deze visionaire woorden worden gedrukt, alleen toegankelijk tegen betaling van €25. In dezelfde toespraak roept Edelkoort op tot volledige erkenning van teams, zoals in de filmwereld. Echter, in haar manifest komt alleen haar naam voor. De grafisch ontwerper, font designer, drukker, uitgever, redacteur of recensent wordt niet genoemd.

Het voorbeeld van Edelkoort is slechts een illustratie. In veel opzichten heeft ze haar woorden waargemaakt door jonge, alternatieve, innovatieve en sociaal geëngageerde ondernemingen te ondersteunen. Dit verdient lof. We hebben allemaal blinde vlekken, en je zou kunnen zeggen dat we oude gewoonten moeilijk loslaten. Maar je kunt je ook afvragen wat de motivaties zijn van degenen die beweren de mode-industrie te dekoloniseren. Het is duidelijk dat dekolonisatie een markt is geworden in het culturele veld in het algemeen, van onafhankelijke studio's die experimenten creëren, tot grote instellingen die hun mechanismen opnieuw bekijken. Iedereen is zich bewust geworden van het belang van dekolonisatie van gewoonten en gedragingen die zijn geërfd uit ons gemeenschappelijke verleden. Daarom moeten we, in onze prijzenswaardige wens om welk gebied dan ook te dekoloniseren, voorzichtig zijn om deze dekolonisaties niet te koloniseren met dezelfde oude trucs die we proberen te deconstrueren. Laten we kritisch blijven over onze inspanningen. Er zijn nog veel culturen die we moeten ontmantelen.

Over Maxime Benvenuto

Maxime Benvenuto is een ontwerponderzoeker gevestigd in Rotterdam. Hij ontwikkelt projecten rond journalistieke, politieke en maatschappelijke vraagstukken, in combinatie met theoretische en kritische reflecties op ontwerppraktijken. Hij is mede-oprichter van We Are, een stichting die ontwerpmethodologieën gebruikt door middel van veldoverschrijdende samenwerkingen voor maatschappelijke impact.

Beeld via anti-fashion-project.com

living lightly

Living Lightly, voor het eerst georganiseerd in New Delhi, India in 2016 door Sahjeevan en Foundation for Ecological Security, is een reizende tentoonstelling die de levens van Indiase pastoralisten (veehouders) vastlegt. Het project, samengesteld door Sushma Iyengar, heeft veehouders, academici, activisten en beleidsmakers uit verschillende delen van het Indiase subcontinent bijeengebracht om het gesprek rond de wetenschap, economie, kennissystemen en culturen van het pastoralisme centraal te voeren. Het project heeft de vele vormen van ambacht naar voren gebracht die zijn ontstaan ​​door de sociaal-economische banden tussen ambachtslieden en pastorale gemeenschappen in verschillende regio's. Hoewel nog veel gemeenschappen in India bestaan ​​van de veeteelt, hebben veel van deze relaties de structurele en economische veranderingen van de afgelopen decennia niet overleefd. Tegelijkertijd hebben veel van de ambachten, zoals Ajrakh - een vorm van blokdruk afkomstig uit de Sindh-regio in Zuid-Azië, traditioneel gemaakt met behulp van indigo-kleurstof om doeken te maken die beladen zijn met rituele betekenis voor de Maldhari-herdersgemeenschappen - commerciële vertaling gekregen door beide high -eind- en budgetmerken, zelfs nu de banden tussen de twee gemeenschappen niet langer bestaan. In gevallen zoals die van de weefgemeenschap van Vankars in Kutch - die ooit een symbiotische relatie had met de Rabari's, de fokkers van inheemse wollige schapen - zijn de ambachtslieden overgeschakeld op geïmporteerde, goedkope machinaal gesponnen wol uit Australië, waardoor de Rabari's geen afzetmarkt meet hebben voor hun inheemse wol.

Door deze kwesties naar voren te brengen, trachtte het Living Lightly-project het gesprek op gang te brengen over de toekomst van het pastoraal leven, en tegelijkertijd een podium te geven aan ambachtslieden en veehouders uit verschillende regio's. Bovendien zorgde het in samenwerking met vertegenwoordigers van deze gemeenschappen voor een dialoog rond de behoeften, ambities en verlangens van de betrokken ambachtslieden en veehouders, op hun eigen voorwaarden. Hoewel het de behoefte aan economische en financiële steun erkent, die kan worden vergemakkelijkt door relevantie te behouden in de hedendaagse markt, vierde het project ook de sociale, culturele en historische context van deze ambachten. Door de ecosystemen te benadrukken waarin de ambachten werden gecreëerd, en door het vernieuwen van de banden te ondersteunen in overeenstemming met de wensen van de gemeenschappen zelf, stelde het project een duurzaam en wederzijds voordelig productiesysteem voor. Het bracht ook de vaak genegeerde rituele levenscyclus van kleding, textiel en patronen aan het licht, die mogelijk verloren gaat bij de commercialisering ervan. Living Lightly erkent deze mondelinge en visuele (geweven) verhalen van ambachtelijke gemeenschappen, evenals de complexe financiële redenen om objecten die ooit als heilig werden beschouwd commercieel te produceren.

Door een verkenning van de alledaagse ervaringen van ambachtsgemeenschappen die bijdragen aan mode, begon dit project een gesprek over een van de manieren waarop mode kan worden gedekoloniseerd.

Over Oshin Siao Bhatt

Oshin Siao Bhatt is een ontwerpend onderzoeker uit New Delhi, India, met een masterdiploma in sociologie en sociale antropologie. Momenteel volgt ze een Master bij The Critical Inquiry Lab van The Design Academy Eindhoven. Ze is geïnteresseerd in het verkennen van de raakvlakken tussen design en de sociale wetenschappen, en hoopt het gesprek rond ethiek in onderzoek en ontwerp te bevorderen.

Bron afbeelding: Living Lightly - Exhibition Report, Delhi 2016

jari jones

Een belangrijk onderdeel van het doen van dekoloniaal werk in de mode is het kritisch reflecteren op de beelden die mode presenteert aan iedereen buiten de industrie. Een belangrijk aspect van beeldvorming is het gebruik van modellen, die worden ingehuurd en afgebeeld. Lange tijd waren de meeste van deze modellen wit, lang en erg mager. Aangezien dit nog steeds de norm is, is het bemoedigend om te zien dat het zwarte trans-model Jari Jones werd ingehuurd voor de campagne van Calvin Klein.

Jari Jones is een Amerikaanse actrice, filmmaker, model en LGBTQ-rechtenactivist. Jones was een castlid, scriptconsulent, waarnemend coach en producent van Port Authority. Ze was de eerste zwarte transvrouw die een film produceerde die meedeed aan het filmfestival van Cannes. In 2020 was Jones één van de negen gezichten in de 2020 Pride-campagne van Calvin Klein.

Activisten als ik zullen al snel denken dat het boeken van iemand als Jones puur opportunisme is van een groot merk als Calvin Klein, aangezien de machthebbers in de mode nog steeds voornamelijk blank, cis, heteroseksueel zijn. Alhoewel het verschijnen van een model als Jones in mainstream campagnes slechts een begin is, moeten we in gedachten houden dat - hoe klein het begin ook - het een overwinning is om een ​​nieuwe vertegenwoordiging te zien ontstaan.

Over Emma Sfez

Emma Sfez is een ontwerpster met een specifieke interesse in hedendaags tekenen en activistisch cureren. Momenteel studeert ze in het Critical Inquiry Lab programma aan de Design Academy Eindhoven.

Afbeelding: Jari Jones voor Calvin Klein, door Ryan McGinley

and wardrobe planning

We zijn iets kwijtgeraakt.
De band tussen de gebruiker en de maker is kwetsbaar. Door uitpuilende kledingwinkels zien we het achtergrondverhaal, het echte proces en de ongelijke ervaringen niet meer.

De recente doorlopende performance en tentoonstelling 'And Wardrobe Planning' van Karolina Janulevičiūtė en Kasia Gorniak, gepresenteerd in galerie Atletika in Vilnius, Litouwen, deed de vraag rijzen: zou het kunnen dat de maker van het kledingstuk zo ver weg is, achter de muren van de fabriek, dat de dialoog wordt verbroken zonder dat er sporen te vinden zijn? De twee kunstenaars stelden een ruimte open voor het publiek om het creatieproces te ervaren in een tijdelijke werkruimte. Door dit wederzijdse leerproces reflecteren de kunstenaars op de mogelijkheid om een ​​intieme relatie met kledingstukken opnieuw te stimuleren, de verouderde methoden van modeconsumptie te heroverwegen en te werken aan een activisme om de waardigheid en kwaliteit in de mode-industrie te herstellen.

Karolina Janulevičiūtė en Kasia Gorniak maakten ook deel uit van het 2018 Fashion Colloquium 'Searching for the New Luxury'.

Over Jonė Miškinytė

Jonė Miškinytė heeft een achtergrond in grafisch ontwerp en wordt gedreven door een nieuwsgierigheid naar performatieve praktijken en ontwerponderzoek. Dit bracht haar ertoe om in 2020 deel te nemen aan het Critical Inquiry Lab-programma van Design Academy Eindhoven.

Afbeelding: Vitalij Červiakov

about a worker

“About A Worker” (AAW) is een beweging, geïnitieerd door Kim Hou en Paul Boulenger, die een stem geeft aan fabrieksarbeiders in de textielindustrie. Sinds 2017 werkt AAW samen met werknemers van over de hele wereld en verspreidt het de ongehoorde verhalen van de mode-industrie. In de mode-industrie worden arbeiders nauwelijks gehoord of uitgenodigd om deel te nemen aan de discussie over de grote behoeften in de textielindustrie. Door hun initiatief plaatst AAW fabrieksarbeiders in het middelpunt van de discussie en geeft ze hen de ruimte om hun ideeën en visies van en voor de industrie te uiten.

Door samen te werken met merken en instellingen, creëert AAW een plek voor dialoog waar werknemers hun kennis, ervaringen en expertise kunnen delen met verschillende actoren in de industrie. Samen denken ze na over een alternatief systeem: inclusief, eerlijk en duurzaam. Uit dit initiatief halen we de volgende principes:

- Trends zijn niet seizoensgebonden, ze moeten beantwoorden aan werkelijke sociale behoeften.

- Hiërarchieën zijn nutteloos als ze onderlinge behoeften niet begrijpen.

- Onderwijsinstellingen hebben de verantwoordelijkheid om de mythen van de modecultuur te deconstrueren en toekomstige actoren van de mode-industrie te confronteren met de realiteit van de ecosystemen waarin ze zullen opereren.

- Werknemers zijn ontwerpers.

- In dezelfde logica moet niet alleen endemische kennis worden gewaardeerd, maar ook het materiaal. Samen zorgen ze voor verantwoorde, ethische en lokale productiemiddelen.

- Om nieuwe kennis te genereren en de praktijk te voeden is kritsche reflectie op de eigen praktijk essentieel.

Door deze cyclus wordt nieuwe input gegenereerd die waardevol kan zijn voor andere makers en ontwerpers en voor toekomstige generaties. Het project heeft het potentieel om de culturen, benaderingen en processen van de mode-industrie diepgaand te veranderen.

Over Camille Guibaud en Maxime Benvenuto

Maxime Benvenuto is een ontwerponderzoeker gevestigd in Rotterdam. Hij ontwikkelt projecten rond journalistieke, politieke en maatschappelijke vraagstukken, in combinatie met theoretische en kritische reflecties op ontwerppraktijken. Hij is mede-oprichter van We Are, een stichting die ontwerpmethodologieën gebruikt door middel van veldoverschrijdende samenwerkingen voor maatschappelijke impact.

Camille Guibaud is een culturele producent. Ze werd opgeleid als assistent-curator bij MAXXI in Rome en was medeorganisator van het internationale platform VENICE DESIGN. Ze werkt samen met "About A Worker" aan educatieve programma's, en met Unbore, een non-profit stichting die kunst, biowetenschappen en technologie bevordert.

Zowel Benvenuto als Guibaid zijn momenteel studenten van het Critical Inquiry Lab aan de Design Academy Eindhoven.